Sinds 2018 wordt door platform CB’23 een kernmeetmethode voor het meten van circulariteit in de bouw ontwikkeld. Optimal Planet was daar in 2018 al bij en is nog steeds betrokken. In juli 2020 werd de 2.0 versie gepubliceerd en voorjaar 2021 is deze in de praktijk getest in meer dan 30 pilotprojecten. Eén daarvan was de Radboud Universiteit o.l.v. Marja Bruns-Coenen, waarbij Reinier van Optimal Planet het toepassen van de meetmethode mocht begeleiden.
Een heel gave casus, het nieuwste en meest duurzame gebouw van de universiteit: Het Maria Montessorigebouw voor de Faculteit der Sociale Wetenschappen.
Dit schitterende gebouw is vrijwel energieneutraal, maar niet circulair ontworpen. Er was dan ook geen materialenpaspoort, en het was een flinke klus voor Marja om de benodigde gegevens te verzamelen.
Focus, Resultaat en Leerervaringen
- Materiaalvoorraden;
- Milieu en;
- Bestaande waarde.
De circulariteit van het gebouw bleek in termen van Materialen niet hoger te zijn dan gangbaar en dat is ook logisch, omdat de nadruk bij ontwerp en bouw lag op energieneutraliteit.
We hebben van deze pilot veel geleerd over het toepassen van de meetmethode, bijvoorbeeld:
- Materialenpaspoorten zijn essentieel om circulariteit te kwantificeren, anders is het echt té veel werk om gegevens te verzamelen. Op zijn minst moet voor elk materiaal worden bijgehouden: de dimensies, het gewicht, de samenstelling (welke grondstoffen) en de herkomst.
- Voor veel materialen moet gewerkt worden met marktgemiddelde en aannames, de datavoorziening moet nog een stuk beter worden.
- De huidige Materiaalstroomanalyse (MFA-MCI) van CB’23 werkt alleen met massa, waardoor circulaire aspecten in lichtere onderdelen (bijvoorbeeld houten onderdelen) ondergewaardeerd worden ten opzicht van staal en beton.
- Scope bepalen is een vak op zich en bepaalt in hoge mate de hoeveelheid werk, maar ook de score.
- Doordat 1) tegenwoordig de meeste materialen bij einde levensduur (laagwaardig) gerecycled worden en 2) er in de methode nog geen onderscheid wordt gemaakt tussen hoog- en laagwaardige recycling, is een hoge score vooral te bereiken door het gebruik van gerecyclede materialen en hergebruikte componenten bij ontwerp en bouw. Dat kan alleen als hier vanaf het begin op wordt gestuurd.
- Het lijkt erop dat toepassen van de meetmethode eenvoudiger is voor aannemers/leveranciers dan voor de klant (Radboud Universiteit), omdat de eerste groep de juiste informatie bezit. Het is daarom aan te raden om de informatieverzameling en -analyse te beleggen bij de aannemer.
Geef een antwoord